:59:13
Alles is goed.
:59:17
Het gaat goed met hem.
:59:24
Je stond in de fik.
:59:35
Dat heeft ie niet gedaan.
- Tuurlijk wel.
:59:38
Vlammenknul luistert nooit.
- Wat heeft ie met zijn uniform gedaan?
:59:44
Ik moet je iets vragen over je outfit.
- Een soort Armani ontmoet astronaut.
:59:48
Wat zijn jullie heldennamen?
- Ze noemen mij de levende toorts.
:59:51
Dames noemen me toorts.
- En de rest van het team?
:59:55
Dat is de onzichtbare meid.
- Meid?
:59:58
En de leider van de groep?
Ik hoorde dat hij meneer fantastisch heet.
1:00:00
Het kon slechter.
- Ik denk het.
1:00:02
Is het waar
dat ie elk lichaamsdeel kan verlengen?
1:00:07
Ik vond hem altijd een beetje slap.
1:00:11
Wat is dat?
Hoe noem je dat ding?
1:00:14
Dat is het, het ding.
Je denkt dat dit erg is, maar het was erger.
1:00:18
Oké, nu ga ik hem vermoorden.
1:00:28
Daar is ie.
1:00:37
Kunnen we dit later bespreken?
- Nee, niet later.
1:00:41
Waar is mijn auto?
1:00:54
Denk je dat dat grappig is, kiezelsteen?
1:00:56
Wat?
- Je hebt ons namen gegeven?
1:00:58
Je denkt niet na. En nu ben je
het gezicht van de fantastische vier?