Four Brothers
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:35:10
Het ziet er niet goed uit voor je, makker.
1:35:12
Wacht maar tot ze horen
dat jij Green vermoordde, makker.

1:35:17
ls dat je plan? Naar buiten gaan
en zeggen dat ik Green vermoord heb?

1:35:24
ls dat je verhaaltje?
1:35:25
Het is de waarheid.
- Nou en? lk vermoordde m'n collega.

1:35:32
lk kan het hele politiebureau vermoorden
als jij de enige getuige bent.

1:35:36
Ze zouden me vast commissaris maken.
Jij bent één van de Mercer-broertjes.

1:35:41
Broer. Geen enkele agent
zou jou geloven. Jammer.

1:35:46
Weet je, je hebt vast gelijk.
1:35:48
Behalve die in het busje
die elk woord nauwkeurig volgen.

1:35:55
Broer.
1:35:57
Je liegt.
- Het spijt me.

1:36:04
Kijk maar eens.
1:36:08
Oké, inspecteur,
ik breng 'm nu naar buiten.

1:36:11
Kom op, het is voorbij.
1:36:19
lk knal je kop van je lijf. Verstaan?
lk neem die idoot mee ten onder.

1:36:55
De idioot kwam opdagen.
1:36:57
En dan zeggen ze
dat wonderen niet bestaan.


vorige.
volgende.