In Her Shoes
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:44:01
Ja, dat is zo.
:44:02
Het gaat goed met haar.
:44:06
Bedankt voor de koffie.
:44:07
Zie ik je snel weer?
:44:41
Goedemorgen.
:44:43
Heb je lekker geslapen?
:44:45
Ja, dank je.
:44:47
Ik heb een paar muffins hier.
En ik kan elk ei maken dat je wilt.

:44:51
Ik ontbijt nooit.
:44:53
Ik lust wel koffie.
:45:00
Dit is een verassing.
Een hele leuke verassing.

:45:04
Na al die jaren.
:45:07
Ja, hoe zit dat precies?
:45:09
Pardon?
:45:11
Was je er nooit?
Of alleen toen mijn moeder stierf.

:45:15
Je opa en ik waren nooit afwezig.
We waren er altijd.

:45:22
En zelfs toen je moeder stierf.
Schreef ik elk jaar een verjaardagskaartje.

:45:28
En ik kreeg nooit wat terug.
:45:29
Ik weet dat je een tijd hebt
geschreven. Ik heb ze pas gevonden.

:45:32
Hoe bedoel je?
:45:34
Ik denk dat ze kwijt waren.
Nog bedankt voor het geld.

:45:38
Bedoel je dat je vader nooit
mijn kaarten heeft gegeven?

:45:44
Wat moest je wel niet denken?
:45:47
Ik dacht dat jullie allebei
dood waren.

:45:55
Is er hier een zwembad in de buurt?

vorige.
volgende.