:29:16
Hij zegt dat het zijn paard is.
:29:19
Waarom zou het zijn paard zijn?
:29:21
Omdat het op zijn land is.
:29:24
Ik heb dit paard aan zee gevonden.
:29:35
Hij zegt dat je een grote leugenaar
bent en dat hij daarvoor met je vecht.
:29:41
Ik wens niet te vechten.
:29:43
Dan moet je hem het paard geven.
:29:50
Nee.
:30:05
Vecht eerlijk tegen me.
- Waarom zou hij, hij is een ridder?
:30:10
En ik ben de baron van Ibolin.
:30:19
Hij zegt dat de baron van Ibolin oud is.
:30:22
Hij kent hem nog uit Damaskus.
:30:25
Ik ben de nieuwe.
:30:45
Genoeg!
:30:53
Genoeg zei ik.