1:21:01
Misschien wil ze helemaal geen saus.
1:21:03
Dat is veel saus.
1:21:05
Die saus is heerlijk.
1:21:09
Je moet haar tegenhouden.
1:21:11
Vooruit, ga haar tegenhouden.
- Ga jij maar.
1:21:14
Waarom ik? Jij bent de schuldige.
Jij moet gaan.
1:21:16
Je bent mijn assistent.
- Wat moet ik eraan doen?
1:21:18
Mijn vinger in haar keel gaan stoppen?
1:21:23
Lieverd, alles in orde?
1:21:24
Mijn tong voelt vreemd aan.
1:21:27
Ik denk dat er iets mis is.
1:21:28
Charlie, alles in orde?
1:21:30
Wat doen we nu?
- Verstop die noten.
1:21:36
Gaat het wel?
- Geef haar wat water.
1:21:42
Koolzuurhoudend?
1:21:45
De cateraar weet niet hoe het is gebeurd.
1:21:47
Het voelt alsof ik een
heel notenbrood op heb.
1:21:51
Zelfs mijn tong is gezwollen.
1:21:55
Je trouwt met
een opgespoten vogelverschrikker.
1:22:00
Zo erg is het niet.
De zwelling trekt al weg.
1:22:06
Ik kom even kijken
1:22:08
hoe het met de bruid gaat.
Lieve hemel...
1:22:10
Eruit.
- Zie je wel?
1:22:12
Ik zie er verschrikkelijk uit.
1:22:14
Ik zei het je toch.
- Lieverd, ik beloof het je.
1:22:16
Over 24 uur is de zwelling weg.
1:22:19
Geef hier.
1:22:45
De deur was open.
1:22:50
De bruid van Frankenstein is weg.
- Ik weet het.
1:22:53
Ik maakte me de hele nacht zorgen.
1:22:55
Je ziet er stralend uit.
- Ik snap gewoon niet
1:22:57
hoe die noten erin zijn geraakt.
1:22:59
Wacht eens.