:29:00
Ga naar boven en
beneden in deze helling
:29:03
weet U wat zij zeggen?
:29:05
Het leven is alsof een
roetsjbaan rit. Wat zegt u?
:29:09
Praat ik met u en hoort u zelfs niet.
:29:11
Kan ik het winden gemurmel horen,
:29:15
Zij verwonderen zich waarover u bent.
:29:19
Ik u in de bloesems zie,
ik zie u in de beken,
:29:22
ik zie u in het
samenflanste wegen van mijn dromen.
:29:26
Kan ik het winden gemurmel horen,
:29:30
verwonderen Zij zich waarover u bent.
:29:33
Zie ik u in de bloesems,
zie ik u in de beken,
:29:37
zie ik u in het
samenflanste wegen van mijn dromen.
:29:48
De aarde blik die
charmeert; de hemelen don hun best
:29:59
ik ziet ons huis
nestelde zich onder hun borst.
:30:10
, Maar met u tot nog toe,
deze droom is eenzaam
:30:17
Kom naar mij nu, bent
u mijn een en enkel.
:30:25
Van o de de vreugdes
van een trein rit,
:30:29
Ga naar boven en
beneden in deze helling
:30:33
kan ik het winden gemurmel horen,
:30:37
verwonderen Zij zich waarover u bent.
:30:40
Ik u in de bloesems zie,
ik zie u in de beken,
:30:44
zie ik u in het
samenflanste wegen van mijn dromen.
:30:57
Kunt u lied van mijn ziel horen,