:28:24
Hé, wacht even!
Waar ga je heen?
:28:27
Ik ga het tegengif vinden
en smeer hem dan.
:28:30
Doe dat nou niet, je weet nu toch wel beter?
Er is geen tegengif te vinden.
:28:36
Kijk maar. De deuren zitten op slot.
:28:39
Hoor je dat? Dit is hout.
:28:41
Het is geen onneembare vesting.
Het is maar een huis.
:28:45
Ik wil alleen maar zeggen,
dat we het rustig moeten bekijken.
:28:48
Werk jij maar aan je plannetje.
Ik probeer hier weg te komen.
:29:05
Kijk eens!
:29:27
Gaat het?
:29:28
Ja, prima.
:29:45
Ik zou het niet doen als ik jou was.
:29:47
Je weet helemaal niet
wat er achter die deur zit.