:45:06
Kijk me aan, Aidan. Kijk me aan.
:45:36
Mammie.
:45:59
Het spijt me.
:46:04
Dat was hem niet.
:46:07
Ik wilde juist helpen.
:46:09
Haal 'm eruit.
:46:20
Waarom doet ze dit?
:46:23
Ik ben bij je.
:46:24
Waarom doet ze me dit aan?
:46:27
We gaan naar een ziekenhuis.
:46:30
Daar kunnen ze niks doen.
:46:32
Ik moest toch helpen?
:46:34
Hij gaat naar 'n ziekenhuis.
:46:55
We verhogen z'n temperatuur.
:46:57
Die was 34 graden.
:46:59
Was hij vannacht buiten?
- Hij was thuis.