:41:00
Ik heb jouw huis al eens gezien.
:41:06
Ik zal het bed opmaken.
:41:10
Laten we naar mijn huis gaan.
:41:13
Goed, we gaan naar jouw huis.
:41:52
Dat was een behoorlijke vergissing.
:42:00
Wat lief dat je dat zei.
:42:02
Waar ben ik mee bezig?
:42:05
Waarom ben ik hier?
:42:08
Je bent hier omdat je triest en eenzaam bent.
:42:12
Wanhopig.
:42:15
Je hebt iemand, iets,
:42:18
alles nodig om je te vullen.
Elke haven in een storm.
:42:23
Ik vroeg me af waarom ik hier was, niet jij.
:42:25
Wat is mijn verhaal?
:42:28
Jouw verhaal is...
:42:32
je bent goed en uit vorm.
:42:36
Nijdig, zo nijdig heb ik nog nooit
een vrouw gezien.
:42:51
Wat?