1:14:02
Wat heb ik je gemist.
1:14:05
Je zou toch morgen pas komen ?
- Ik kon niet langer wachten.
1:14:10
Ik hou van je.
1:14:37
Wat heeft deze week lang geduurd.
1:14:40
Zeg dat wel.
1:14:44
Kun je niet voor altijd blijven ?
- Nee, dat gaat niet.
1:14:48
Ik moet het schooljaar uitzitten,
of ik krijg nooit meer werk.
1:14:53
Dan heb je tegen me gelogen.
- Hoezo ?
1:14:56
Ik was toch meesters lieveling ?
- Dat ben je ook.
1:15:01
Je liegt dat je barst.
1:15:08
Ik ga snel douchen. Ga je mee ?
- Nee, want dan gaat het niet snel.
1:15:12
Daar zit wat in. Doe dan iets nuttigs
en bestel een pizza.
1:15:19
Nummer 2 in de telefoon.
1:15:30
Wat wil je erop ?
- Geen ansjovis.
1:15:40
Die doet het niet.