:09:05
Herr Victor Moritz.
:09:10
- Ik ben toch zo blij dat je er bent.
- Hoezo, Elizabeth ?
:09:14
- Heb je een brief van Henry gekregen ?
- Ja, zonet. De eerste in vier maanden.
:09:20
- Je moet me helpen.
- Maar natuurlijk.
:09:24
Ik ben ongerust.
Ik heb z'n brief nou al zo vaak gelezen.
:09:29
Ik begrijp gewoon niet wat er staat.
Luister maar.
:09:33
"Heb vertrouwen in me, Elizabeth.
M'n werk gaat voor alles, ook voor jou."
:09:38
"De wind huilt 's nachts door de bergen.
Er is hier niemand."
:09:43
"Zo blijft mijn geheim onbespied."
:09:46
- Begrijp jij dat ?
- Zegt hij nog meer ?
:09:51
"Ik woon in een verlaten toren
in de buurt van Goldstadt."
:09:55
"M'n knecht en ik
voeren experimenten uit."
:09:59
- Experimenten ?
- Ja, vandaar dat ik zo ongerust ben.
:10:03
Bij onze verloving
heeft hij me daarover verteld.
:10:07
Hij zou op het punt staan
iets ongelofelijks te ontdekken.
:10:11
Aan z'n ogen zag ik
dat het om iets mysterieus ging.
:10:15
Hij klonk heel overtuigend.
:10:18
Ik heb hem altijd geloofd.
Maar ik maak me wel zorgen.
:10:22
En nu deze brief weer.
Ik kan niet tegen deze onzekerheid.
:10:27
- Wanneer heb jij hem gezien, Victor ?
- Drie weken geleden nog.
:10:31
Hij liep in het bos.
Toen sprak hij ook over z'n werk.
:10:35
Ik vroeg of ik z'n lab mocht zien.
Hij snauwde dat hij niemand toeliet.
:10:41
- Hij gedroeg zich merkwaardig.
- Wat doen we nu ?
:10:45
- Stel dat hij ziek is ?
- Rustig maar.
:10:47
Ik ga met z'n oude docent Dr. Waldman
praten. Misschien weet hij er meer van.
:10:53
- Dat is lief van je.
- Voor jou ga ik naar 't einde der aarde.
:10:57
Doe dat maar niet.
Ik kan je niet missen.