:06:07
Chauffeur ! Als u zou vriendelijk bent
die kranten weg te doen, kan ik zitten.
:06:20
Hé, wacht even !
:06:25
Wat bent u aan het doen ?
:06:27
De kranten.
Waarom gooit u ze naar buiten ?
:06:30
De kranten ? Dat is een lang verhaal, vriend.
:06:33
Ik heb nooit graag op kranten gezeten.
:06:35
Ik heb het ooit gedaan
en de koppen stonden op m'n witte broek.
:06:39
Het is echt gebeurd.
Niemand kocht die dag een krant.
:06:42
Ze volgden me allemaal de stad door
en lazen het nieuws van m'n broek.
:06:46
Een brutale vent. Wat u nodig heeft,
is een klap op uw neus.
:06:52
Luister, u kunt mijn neus
dan niet mooi vinden, maar ik wel.
:06:56
Ik draag hem altijd onbedekt zodat...
:06:58
als iemand er een klap op wil geven,
hij dat kan.
:07:02
O, ja ?
:07:05
Wat een briljant antwoord.
Waarom kwam ik daar niet op ?
:07:08
Dan was ons gesprek allang klaar geweest.
:07:12
Als u zo doorgaat, komen we nergens.
:07:18
Je hebt me. O, ja !
:07:28
Pardon, juffrouw.
Maar deze stoel is van mij.
:07:33
Wat zegt u ?
:07:35
Luister 's,
ik heb flink gevochten voor die stoel.
:07:38
Dus als u 't niet erg vindt, wegwezen.
:07:41
Chauffeur, zijn deze stoelen gereserveerd ?
:07:44
Nee. Die 't eerst komt, 't eerst maalt.
:07:48
Deze stoelen zijn voor twee personen, hé ?
:07:51
Misschien wel, misschien niet.
:07:53
Dank u.
:07:56
Schuif op.
:07:59
Dit is "misschien wel".