:14:01
- Daar.
- Ik zie niks. Waar dan ?
:14:05
Er is niks te zien.
:14:07
Daar, hij komt je halen.
:14:10
Hij komt dichterbij.
:14:26
Albert. Die vent is er nooit
als je hem nodig hebt.
:14:30
Wat moet je met lakeien ?
:14:33
Het is al goed.
:14:36
Laat het kasteel heel.
We zijn nog niet allemaal dood.
:14:49
- Er is niemand thuis.
- Laat me erin.
:14:52
Ik weet dat baron Frankenstein er is.
:14:55
Hij is ziek. Hij ligt in bed,
zoals alle fatsoenlijke mensen.
:15:00
Zeg hem dat Dr. Pretorius een ernstige
zaak met hem moet bespreken.
:15:05
Ik moet hem onder vier ogen spreken.
:15:10
Dr. Pretorius ?
:15:19
- Hoe heette u ook weer ?
- Dr. Pretorius.
:15:23
Dat is toch geen naam ?
:15:34
Blijf daar staan.
:15:41
- Wie is daar ?
- Minnie, mevrouw.
:15:44
Kom binnen.
:15:48
Dr. Pretorius is hier.
:15:50
Hij vroeg om de heer des huizes.
Hij bleef aandringen.
:15:54
Pretorius ?
:15:56
Het is een rare ouwe knakker.
:15:58
Ik moet hem spreken
over een ernstige zaak, zei hij.