:31:02
Ja, vlak achter je.
:31:44
Daar komt het.
:31:56
Het zit ons achterna.
- Dichthouden.
:32:10
Daar is het.
- Nu.
:32:13
Geef het ervanlangs.
:32:19
Moment je. Het is Dopey maar.
:32:22
Heb je het gezien ?
:32:24
Was het een draak ?
- Had het hoorns ?
:32:26
Spuwde het vuur ?
- Wat deed het ?
:32:34
Hij zegt dat er 'n monster
in onze bedden slaapt.
:32:38
We overvallen het nu het slaapt.
:32:41
Kom, nu of nooit.
- Z'n kop gaat eraf.
:32:43
Hak het in mootjes.