:04:13
Hoe luidt je naam, Saksenhond?
-Mooier dan de uwe.
:04:17
Dit is sir Guy van Gisbourne.
:04:19
Sir Guy of de duivel. Geen verschil.
:04:22
Hoe luidt je naam?
-Much de molenaarszoon.
:04:25
Op wild stropen staat de dood.
-Op niet eten ook.
:04:29
Dankzij jullie daar
op Nottingham Castle.
:04:32
Mond dicht.
-Niks mond dicht.
:04:35
Dood me maar,
maar eerst doe ik m'n zegje.
:04:38
Jullie kunnen ons uithongeren. . .
:04:40
. . .maar als koning Richard ontsnapt,
blijven jullie nergens.
:04:57
Wel potver. . .
-Komaan, sir Guy.
:04:59
Kost de waarheid je de kop?
-Als ik daar zin in heb.
:05:03
Wees blij dat ik anders ben.
:05:05
Het recht moet z'n loop hebben.
-Niet als dat recht krom is.
:05:09
Zeg dat maar tegen prins John.
:05:12
Ik geef het door,
we komen vanavond bijeen.
:05:15
Misschien leert hij ervan, hè Will?
-Hij is wel wat doorgeschoten, ja.
:05:20
Neem hem mee.
-Waarom?
:05:22
Hij heeft een hert gedood.
-Dat heb ik gedaan. Hij dient mij.
:05:27
Hopelijk weet u dat daar
de doodstraf op staat.
:05:31
Voor lijfeigene én edelman.
-Echt waar?
:05:34
Zonder uitzondering?
:05:49
Bedankt, meester.
-Kijk voortaan uit voor je schiet.
:05:53
Vanaf nu volg ik alleen u.
:05:55
Alle Saksen in Nottinghamshire
kennen sir Robin van Locksley.