:44:00
Omdat ik met arme mensen meevoel?
-Nee, omdat u voor ze opkomt.
:44:06
U neemt het op tegen sir Guy en prins
John met gevaar voor eigen leven.
:44:11
Ik zag zelfs een Normandiër.
-Wat maakt dat uit?
:44:14
Ik haat onrechtvaardigheid.
-U bent uw land, uw status verloren.
:44:19
U wordt opgejaagd,
terwijl u rijk had kunnen leven.
:44:23
Hoe wordt u daarvoor beloond?
:44:26
Beloond? U begrijpt het niet, hè?
:44:31
Het spijt me.
:44:33
Ik geloof dat het begint te dagen.
:44:38
Dan voel ik me rijkelijk beloond.
:45:02
U hebt ons beroofd en beledigd.
Nu willen we weg. Kom, vrouwe.
:45:06
Mijn mannen escorteren haar. Bedank
haar maar, ze heeft uw leven gered.
:45:13
Denkt u dat u levend
was weggekomen zonder haar?
:45:18
Breng onze gastheer en z'n bange
vriend naar de weg naar Nottingham.
:45:24
Maar onze paarden en kleren. . .
-U gaat te voet naar Nottingham.
:45:29
Een lesje in nederigheid, sir Guy.
En in mededogen.
:45:33
De anderen mogen morgen terug.
:45:36
Ga nu maar, voor ik
van gedachten verander.
:45:41
Laten we maar gaan.
:45:49
Zo, vrouwe.
:45:52
Broeder Tuck, Little John.
:45:59
Breng de vrouwe naar de Augustijnen,
die escorteren haar verder.