:15:01
Aangenaam.
:15:03
Kijk 's, een vuurvliegje.
:15:05
Een elfje.
- Een wonder.
:15:10
Wat doet ze nou?
- Praten.
:15:13
Wat zei ze?
- Dat je 'n lelijke dikkerd bent.
:15:19
Ik vind haar 'n schatje.
:15:22
Kom, Wendy. We gaan.
:15:24
Waar gaan we heen?
- Naar Nooitgedachtland.
:15:28
Peter neemt ons mee.
- Ons?
:15:30
Ik kan Michiel en Jan
toch niet hier laten?
:15:33
Ik wil dolgraag
tegen echte zeerovers vechten.
:15:37
En tegen piraten.
:15:41
Vooruit, maar wel gehoorzamen, hè?
:15:44
Tot uw orders.
- Ik ook.
:15:46
Maar hoe gaan we erheen?
:15:49
Vliegend.
- Vliegend?
:15:52
Da's heel simpel.
Je hoeft alleen maar... alleen maar...
:15:56
alleen maar...
:15:59
Da's maf.
:16:01
Wat is er? Weet je het niet?
:16:03
Jawel, maar ik heb er eigenlijk
nooit over nagedacht.
:16:07
Dat is 't.
:16:08
Denk maar aan iets heel leuks.
:16:10
Doet er niet toe wat?
:16:13
Kerstcadeautjes?
- Een arrenslee? Sneeuw?
:16:17
Precies. Let goed op.
Daar ga ik.
:16:20
Het is zo simpel als wat.
:16:22
Hij zweeft.
- Hij zweeft.
:16:25
Hij zweefde.
:16:28
Nu jullie.
:16:30
Ik denk aan de Zeemeerminlagune...
:16:33
onder 'n betoverende maan.
:16:36
Ik zie mezelf in 'n piratengrot.
:16:38
En ik ga als indiaan.
:16:40
Daar gaan we dan.
:16:42
Een, twee, drie.
:16:45
We zweven. We zweven.
We zweven.
:16:55
Dat is niks.
Wat hebben jullie toch?
:16:58
Met wat vertrouwen lukt het best.