:03:27
Hoi, Doc. Veel telefoontjes voor jou.
:03:30
De sheriff wordt er gek van.
:03:32
- Wil je hem voor me bellen, Josh?
- Doe ik.
:03:37
- Ik bel hem, Doc.
- Goed.
:03:40
- Ik heb hem aan de lijn, Doc.
- Bedankt, Josh.
:03:44
Hallo, Jack. Wat is er?
:03:45
Kun je direct komen, Doc?
:03:48
Ik val je niet graag lastig.
:03:50
Ik weet dat je niet hebt geslapen,
maar 't is belangrijk.
:03:53
Oké.
:04:01
Hij klonk wel echt bezorgd, niet?
:04:04
Op een dag ga je iets horen
wat je niet leuk vindt, ouwe man.
:04:07
Zeg je nu dat ik aan het afluisteren was?
:04:10
Ja.
:04:21
Hoi, Jack. Waarom al de opwinding?
Wie is er ziek?
:04:23
- Niemand.
- Hè?
:04:25
We hebben vanmorgen
een man langs de weg gevonden.
:04:28
- Overreden?
- Nee.
:04:30
- Wat dan?
- Daarom heb ik je gebeld, Doc.
:04:32
- Hoe ziet het eruit?
- Als iets wat ik nog nooit heb gezien.
:04:35
Wie is het?
:04:36
Hij heeft dezelfde lichaamsbouw
als Eric Jacobs, maar ik ben niet zeker.
:04:41
Ik begrijp het niet.
:04:42
lets aan zijn gezicht duidt erop
dat hij Jacobs is...
:04:45
maar misschien is ie 't niet.
:04:47
Ik kan 't niet volgen, Jack.
:04:49
Je kent Jacobs, hè?
:04:51
Ja, de bioloog.
Werkt voor professor Deemer.
:04:54
Ontmoette 'm enkele jaren geleden.
:04:55
Hij ligt bij de begrafenisondernemer.
Ga maar eens kijken.