:39:00
Het is geen spelletje.
:39:05
Zag je dat?
:39:07
Waar haalt hij het lef vandaan?
:39:11
- Laat toch zitten.
- Het is geen spelletje.
:39:14
- Wat verbeeldt hij zich wel?
- Laat nu maar.
:39:18
Weet je hoe lang het duurt
:39:20
voordat een trein
bij gemiddelde snelheid gepasseerd is?
:39:23
- Hoezo?
- Doe een gooi.
:39:25
- Geen idee.
- Wat denkt u?
:39:27
- Een seconde of twaalf?
- Lijkt me redelijk. lemand anders?
:39:32
- Klinkt wel aardig.
- Waar slaat dit op?
:39:34
- Wat denkt u?
- Tien seconden.
:39:36
Wat wilt u hier toch mee?
:39:38
Het duurt tien seconden voor een trein
met zes coupés een punt passeert.
:39:43
Stel dat dat punt het open raam is
van de kamer waar de moord is gepleegd.
:39:47
Als je uit het raam hangt,
kun je bijna de rails raken.
:39:50
Wie heeft er wel eens
in de buurt van de spoorlijn gewoond?
:39:54
Ik heb net drie dagen lang 'n appartement
tegenover een spoorlijn geschilderd.
:39:59
- Kon u de treinen horen?
- Nou en of. We werden er gek van.
:40:03
Ik heb ooit aan de spoorlijn gewoond.
:40:06
Met het raam open is het lawaai
bijna niet te verdragen.
:40:09
- Je kunt jezelf amper horen denken.
- Wilt u ter zake komen?
:40:13
Laten we twee getuigenverklaringen
eens met elkaar combineren.
:40:18
Eerst de onderbuurman.
:40:22
Die heeft de zoon horen dreigen.
:40:24
Een seconde later hoort hij iemand vallen.
:40:27
- Eén seconde later.
- Oké.
:40:29
Dan hebben we de overbuurvrouw.
:40:31
Die heeft onder ede verklaart
dat ze de moord heeft zien plegen
:40:35
door de laatste twee coupés
van een passerende trein heen.
:40:39
- Nou en?
- Wacht even.
:40:41
We denken dat het tien seconden duurt
voor een trein is gepasseerd.
:40:46
Ze heeft de moord
door de laatste twee coupés gezien,
:40:50
dus we kunnen aannemen dat het lijk
op de grond viel toen de trein langskwam.
:40:55
Dus die trein raasde al tien seconden
langs het raam van de onderbuurman
:40:59
toen hij iemand op de vloer hoorde vallen.