1:12:01
Nee, daarvoor kon hij te goed
met messen overweg.
1:12:05
- Hij had vast onderhands gestoken.
- Hoe weet u dat nu?
1:12:08
- Was u erbij toen hij vermoord werd?
- Daar was niemand bij.
1:12:12
Wat een poppenkast.
Ik geloof er niks van.
1:12:15
Je kunt niet zeggen
dat hij anders zou hebben gestoken,
1:12:18
omdat hij goed met messen overweg kon.
1:12:21
- Wat denkt u?
- Ik weet het niet.
1:12:24
- Wat wil dat zeggen?
- Dat ik het niet weet.
1:12:31
- En u?
- Ik weet niet hoe het met jullie zit,
1:12:34
maar ik heb m'n buik vol van dit geleuter.
Zo schiet het niet op.
1:12:38
Dus ik hak de knoop door.
Ik wijzig mijn stem in niet schuldig.
1:12:43
- Wat?
- Ik heb er genoeg van.
1:12:46
- Wat is dat nu voor houding?
- Bemoei u met uw eigen zaken.
1:12:51
Hij heeft gelijk.
1:12:54
Die houding lijkt nergens op.
1:12:56
Wat bent u voor iemand?
1:12:59
U hebt hier de hele tijd
schuldig zitten stemmen,
1:13:02
omdat u die honkbalwedstrijd
niet wilt missen.
1:13:07
En nu verandert u opeens van gedachten
omdat u genoeg hebt van het geleuter?
1:13:11
- Nu moet u eens goed luisteren...
- Wat denkt u wel?
1:13:15
Geeft het niet
dat er een leven op het spel staat?
1:13:18
Dit hoef ik niet te pikken.
1:13:21
Als u uw stem wilt veranderen
in niet schuldig,
1:13:26
doe dat dan omdat u denkt dat hij
onschuldig is, niet omdat u het zat bent.
1:13:30
En bevindt hem anders gewoon schuldig.
1:13:33
Of hebt u daar het lef niet voor?
1:13:37
Schuldig of niet schuldig?
1:13:39
- Niet schuldig.
- Waarom?
1:13:44
- Ik ben jullie geen uitleg schuldig.
- Dat bent u wel. Waarom?
1:13:49
Ik denk niet dat hij het gedaan heeft.