:11:02
Of een warme jas tegen de kou.
:11:05
Die kan ik me niet veroorloven.
:11:08
Dag, Miss Vittles.
:12:48
Net een gevangen kalf.
:12:51
Nu weet je hoe dat voelt.
- Wat moet je?
:12:54
Wat jij deed, beviel me niet.
:12:57
Heb je je pijn gedaan?
- Hij heeft een mes.