:13:26
Wil je met me meerijden?
:13:30
Waarom niet?
- Bedankt.
:13:33
Kunnen we het daarbij laten?
:13:57
Goedemorgen.
:13:59
Kan hij in de stal?
- Hoe lang?
:14:01
Geen idee.
- Twee munten voor haver.
:14:05
Ken ik jou?
- Dat ligt eraan waar je bent geweest.
:14:08
Ik volg de spoorlijn.
- Zou kunnen.
:14:12
Vier munten tot morgenvroeg.
- Oké.
:14:16
Is er een grote vent
aangekomen?
:14:20
Hij, Mr Renner?
- Nee, met een litteken.
:14:23
Op z'n wang?
:14:25
Die heb ik niet gezien.
:14:43
Ik wil wel appeltaart met koffie.
:14:45
Je kunt ook spek en ei hebben
als je dat wilt.
:14:51
Dag, Charlie.
- Hallo, Grant.
:14:53
Fijn je weer te zien. Heel fijn.
:14:57
Jou ook.