1:45:06
Willen jullie iets drinken ?
1:45:09
- Ik niet. Laten we spelen.
- Zeker.
1:45:17
Ik dacht dat we pool gingen spelen ?
1:45:20
Ik speel geen pool, ik speel biljart.
1:45:25
Het is mijn huis, mijn spel.
U hoeft niet te spelen als u niet wilt.
1:45:29
- We spelen niet.
- Bert, laat me spelen.
1:45:33
- Hoeveel ?
- We beginnen met weinig. $100 per game ?
1:45:38
- Heb je ooit gebiljart ?
- Natuurlijk.
1:45:41
Bedrieg je me ?
1:45:43
Hij weet vast wat hij doet.
Voor maar $100 kom je erachter.
1:45:49
Laten we beginnen.
1:46:15
Prachtige stoot !
U heeft vaker gebiljart, meneer Felson.
1:46:20
- Wilt u echt niets drinken ?
- Nee, niets.
1:46:27
Hoe is de stand ?
1:46:29
- Bijna gelijk.
- Wanneer verhoog ik de inzet ?
1:46:31
- Ik weet het niet.
- Als dit alles is, versla ik 'm.
1:46:33
Zeg 's eerlijk. Heb je ooit gebiljart ?
1:46:36
Wat is het verschil ?
1:46:37
Er is een keu, er liggen ballen.
Je moet het gewoon te pakken krijgen.
1:46:41
- Zullen we de inzet verhogen ?
- Hoeveel ?
1:46:44
$500 ?
1:46:46
Denk je hem te verslaan ?
1:46:48
Natuurlijk. Anders zou hij niet
met me spelen.
1:46:51
Ik vroeg niet of hij je kon verslaan.
Dat weet ik al.
1:46:54
Ik vroeg hem of hij je zou verslaan.
Dat is iets anders.
1:46:58
Ik kan hem verslaan.