:27:01
Dat ben je toch niet zelf, hé ?
Maar je kent hem wel ?
:27:06
Hij is m'n meester.
Ik ben z'n dienaar.
:27:12
Kun je lezen ?
:27:21
De Chicago Courier is m'n krant, maar
m'n werk verschijnt in heel de VS.
:27:26
Dat had ik al uit uw brief begrepen.
:27:43
- Zeg het eens.
- Waar kan ik majoor Lawrence vinden ?
:27:48
- Bent u daarvoor hier gekomen ?
- Niet helemaal.
:27:52
Majoor Lawrence bevindt zich
bij m'n leger.
:27:56
- Waar kan ik uw leger vinden ?
- Dat weet ik niet.
:28:01
Vorige week waren ze bij Al-Ghira.
:28:04
Er wacht u een lange reis.
Kunt u kameelrijden ?
:28:08
- Ik heb het nooit geprobeerd.
- Neem een ezel.
:28:11
- Vermijd Mahajah, daar zijn de Turken.
- Nu al ? Ze rukken snel op.
:28:17
Inderdaad, maar niet zo snel
als wij, zoals u zult zien.
:28:22
Ik ga naar Caïro...
:28:26
... zoals u weet. Ik heb daar
ander soort werk te doen.
:28:35
- U kreeg geen geschut, heb ik gehoord.
- Dat is waar.
:28:39
- Belemmert dat u ?
- Het beperkt ons tot kleine daden.
:28:43
Dat was ook de bedoeling.
:28:46
- Kent u generaal Allenby ?
- Pas op voor hem. Hij is een gladde.
:28:53
- Wat bedoelt u ?
- Een slimme man.
:28:56
Een gladde, heel aardig.
:28:59
Ik zal voor hem oppassen.
U bent heel aardig, Mr. Bentley.