:50:14
Mag ik nu spreken ?
:50:17
Nog een fout,
en je staat er alleen voor.
:50:22
- Ik tel mezelf niet mee.
- Ik tel de anderen niet mee.
:50:26
Ze zeggen dat ze van je houden.
Wees dus zuinig op ze.
:50:31
Laat ze iets doen wat haalbaar is.
Maar jij wil dat ze over water lopen.
:50:36
Precies.
:50:40
Wat weet jij ervan ? Als het aan jou
lag, waren we in Janbo, dus nergens.
:50:47
Wat ik hen vraag, is mogelijk.
Zij weten dat, jij niet.
:50:53
Denk je dat ik zomaar iemand ben ?
:51:01
Wie wil met mij over water lopen ?
:51:07
- Wie gaat er mee naar Dera ?
- Daar ligt een garnizoen.
:51:12
- Vechten we met 20 tegen 2000 man ?
- Desnoods ga ik alleen.
:51:18
Ik heb de Britten beloofd dat we daar
zijn, als zij in Jeruzalem zijn.
:51:24
Of misschien ben je hier
voor de Engelse generaals.
:51:30
- Wie zegt dat ?
- Het is een gerucht.
:51:35
- Dat is geen argument.
- Een discussie.
:51:39
Ik breng de opstand vandaag naar
Dera, terwijl jullie discussiƫren.
:51:47
Kun je voor een Arabier doorgaan ?
:51:51
Ja, als een van jullie me
z'n vuile kleren leent.