:38:22
Ik kan hem nergens vinden.
:38:24
Ik ben bang. Wat moet ik toch doen?
:38:27
Beheers je.
:38:29
Sparta verleent zijn vrouwen veel vrijheid.
In ruil daarvoor eist hij kracht.
:38:35
Hoe kan ik nu sterk zijn?
lk hou van hem.
:38:39
Je moet sterk zijn.
:38:41
Een moeder doodde eens haar zoon
omdat hij 'n wond in zijn rug had.
:38:46
Phylon zou de vijand nooit de rug toekeren,
als hij mocht vechten.
:38:52
Ik ben geen generaal.
Ik kan ze niet bevelen hem mee te nemen.
:38:56
Hoe kunt u zo praten? U kent hem.
Zijn moeder was uw vriendin.
:39:01
Dat doet er niet toe.
:39:04
Heb je het al gehoord? De Raad
heeft een beslissing genomen:
:39:09
Het Spartaanse leger zal ons
land verdedigen tegen Perziƫ.
:39:14
De mannen dienen te vertrekken
na het feest van Carnea.
:39:19
- Dus niet vandaag.
- Zeker wel.
:39:21
En tegen de Raad in gaan?
:39:22
- Over m'n lijfwacht hebben ze niks te zeggen.
- Dat is 300 man.
:39:27
Ik heb 't nu eenmaal beloofd.
:39:30
- Dit is waanzin.
- Feestvieren en de oorlog verliezen ook.
:39:34
- Laatje ons even alleen, Ellas?
- Het spijt me vreselijk.
:39:38
Dat weet ik.
:39:45
Wacht toch tot na het feest.
:39:48
Dan kun je als 'n echte koning
het hele leger aanvoeren.
:39:52
- Het is maar een paar dagen.
- Vandaag is misschien al te laat.
:39:56
Ons land wacht op de Spartanen.
:39:59
Op slechts 300 man?