:58:02
Levend.
:58:05
Heer, ik ben een krijgsheer en doden is mijn
plicht. Als ik u beledig, sterf ik er graag voor.
:58:11
Maar ik moet u waarschuwen.
:58:15
U hebt zich slecht laten adviseren.
Als we de pas hadden bezet...
:58:21
Ja, ik heb te veel naar anderen
geluisterd. Maar dat is voorbij.
:58:25
Mardonius.
:58:27
Morgen nemen we de pas in
en marcheren we voort.
:58:31
Ik wil geen gevangenen of slaven.
Elke Griek moet dood.
:58:37
Goed, heer.
:58:39
Geefje mannen nog één nacht,
en dood daarna al hun vrouwen.
:58:45
Er zijn genoeg vrouwen in
Sparta en Athene.
:58:48
Ik wil dat mijn mannen zich op hen storten.
:58:51
Goed, heer.
:59:03
Goed werk, Myron.
Er zijn niet veel Perzen ontkomen.
:59:08
Het was een makkie. Vijf van ons
tegen slechts tien van hen.
:59:14
Er is wat beweging in hun kamp.
Ze gaan ons morgen vast aanvallen.
:59:19
We hebben nog een dag nodig om
die muur op te bouwen.
:59:24
Die dag moeten we winnen.
:59:28
Is dat de tent van de koning,
bij het water?
:59:32
Zoek dertig goede zwemmers voor me uit.
:59:36
- Ik kon al zwemmen toen ik vier was.
- Nee, jij moet hier het bevel overnemen.
:59:42
Maar stel datjij gedood wordt.
:59:45
Dan strijdt Griekenland des te feller.
:59:48
Zonder Xerxes valt die meute uiteen.
:59:51
Zorg dat de mannen bij zonsondergang
bij die rots zijn.