:16:10
Wat is er, mevrouw ?
- Ik liep door de tuin naar 't huisje.
:16:16
En toen ?
- Er daalde een man uit de hemel.
:16:19
Een parachutist.
- Ja, precies.
:16:21
Net een grote, witte vogel.
:16:22
Een Engelsman of een Duitser ?
- Wat ?
:16:24
Was het een vriend of een vijand ?
:16:27
Hij heeft geen woord gezegd.
Alleen sst, en toen was hij weg.
:16:31
Geen woord ?
- Alleen "sst ! "
:16:40
Bonjour madame, je suis Américain.
:16:45
Bonjour mademoiselle,
je suis Américain.
:16:51
We cirkelen, zo te zien.
- Ze zoeken zeker de landingsplek.
:16:57
Je suis Américain.
:17:05
Voulez-vous, mademoiselle ?
:17:11
Springen.
:17:46
Parachutisten.