:06:01
Bij verraad of lafheid
wordt u gedood.
:06:03
Wat is er, Flavius? Antonius?
Ach ja, Canidius.
:06:08
Ik hoop dat er
nieuws is van Pompejus.
:06:43
Heil, Caesar.
-Drink maar op mij, Canidius.
:06:46
Op de cavalerie van Marcus
Antonius, Caesars rechterhand.
:06:49
Is er nog nieuws van Pompejus?
:06:53
Pompejus is ons ontglipt,
vermomd als marskramer.
:06:58
Hij liet z'n koopwaar achter.
-Waar is hij heen?
:07:01
Hij had een galei klaarliggen.
Ze zeggen dat hij naar Egypte is.
:07:06
Egypte, dat kan. Ze hebben daar
een hoop aan hem te danken.
:07:11
Hij vraagt er vast om asiel. Hij zal
geld lenen en hij wil tijd winnen.
:07:15
Ik dacht dat het voorbij
was, maar helaas.
:07:18
Raadpleeg de auguren, Rufio.
:07:21
Zal Pompejus in Egypte eindelijk
tegenover me aantreden?
:07:26
Maar nu gaat Caesar toch naar Rome?
-Ik moet in elk geval naar Egypte.
:07:31
Koning Ptolemaeus en z'n zuster
voeren oorlog tegen elkaar.
:07:36
Er gaat een hoop graan
voor Rome verloren.
:07:38
Laat de Romeinen de grote Caesar
toch eindelijk echt verwelkomen. . .
:07:43
na z'n geweldige overwinning.
-Overwinning?
:07:48
Op wat of op wie?
:07:52
Ik neem het 10e en 12e legioen mee.
:07:55
Antonius neemt de rest mee naar
Rome. Laat hem meteen vertrekken.