:07:01
Hij had een galei klaarliggen.
Ze zeggen dat hij naar Egypte is.
:07:06
Egypte, dat kan. Ze hebben daar
een hoop aan hem te danken.
:07:11
Hij vraagt er vast om asiel. Hij zal
geld lenen en hij wil tijd winnen.
:07:15
Ik dacht dat het voorbij
was, maar helaas.
:07:18
Raadpleeg de auguren, Rufio.
:07:21
Zal Pompejus in Egypte eindelijk
tegenover me aantreden?
:07:26
Maar nu gaat Caesar toch naar Rome?
-Ik moet in elk geval naar Egypte.
:07:31
Koning Ptolemaeus en z'n zuster
voeren oorlog tegen elkaar.
:07:36
Er gaat een hoop graan
voor Rome verloren.
:07:38
Laat de Romeinen de grote Caesar
toch eindelijk echt verwelkomen. . .
:07:43
na z'n geweldige overwinning.
-Overwinning?
:07:48
Op wat of op wie?
:07:52
Ik neem het 10e en 12e legioen mee.
:07:55
Antonius neemt de rest mee naar
Rome. Laat hem meteen vertrekken.
:08:03
In Rome spreekt Marcus Antonius
voor Caesar.
:08:09
Zijn woord zal het uwe zijn.
En Caesars woord is wet.
:08:13
Natuurlijk. Maar laat hij
z'n legioenen intact houden.
:08:17
Die maken de wet legaal.
:08:30
En terwijl Caesars galeien over
de grote zee naar Egypte voeren...
:08:35
voerden de Egyptenaren net als
de Romeinen oorlog tegen elkaar.
:08:41
Koning Ptolemaeus wilde immers
de troon niet met Cleopatra delen.
:08:47
Hij verjoeg haar uit Alexandrië en
trachtte haar te laten vermoorden.