:23:06
U moet me zo snel mogelijk
alleen op de troon zetten.
:23:10
Ik moet een eind maken
aan dat vervelende gekibbel.
:23:13
U bent toch geen sukkel?
-Nee, al klinkt dat onbescheiden.
:23:18
U hebt m'n broer gezien en gehoord. . .
:23:21
en die intens slechte man
wiens ondergeschikte hij is.
:23:27
Zijn we het erover eens dat wat Rome
van ons wil, hetzelfde als altijd is?
:23:32
Maïs, graan, schatten.
:23:35
De glorie van Rome wordt gebouwd
op de rijkdommen uit Egypte.
:23:40
U zult ze krijgen, u krijgt
alles en op vreedzame wijze.
:23:44
Maar er is maar één manier, en dat
is mijn manier. Maak me koningin.
:23:50
Dat lijkt op een ultimatum.
-Het is de enige manier.
:23:54
Voor iemand die zo-even alleen een
toegewijde slaaf en 'n kleed bezat. . .
:24:00
Maar nu heb ik u, Caesar.
En m'n legers.
:24:04
En het simpele feit dat geen
sterfelijke hand mij kan vernietigen.
:24:08
Ach ja, ik heb iets gehoord over die
obsessie dat u goddelijk zou zijn.
:24:13
Isis, dacht ik.
:24:17
Ik sta erop dat u
op uw woorden let. Ik ben Isis.
:24:22
Ik word door miljoenen aanbeden.
Dat is iets heel anders. . .
:24:27
dan de goddelijke oorsprong die
uw generaals schijnen te verwerven.
:24:33
Was het niet Venus
van wie u besloot af te stammen?
:24:39
Nu ga ik eens wat aandringen. U bent
moe van uw reis en trekt zich terug.
:24:45
Ik ben uw bediende niet,
Caesar. Stuur me niet weg.
:24:48
En u hebt geen legers meer. U kon
ze niet betalen dus vielen ze uiteen.
:24:53
U hebt geen rijkdommen
meer te vergeven.
:24:58
Ik spreek u over een dag of wat.
-Dan is het misschien te laat.