:24:00
Maar nu heb ik u, Caesar.
En m'n legers.
:24:04
En het simpele feit dat geen
sterfelijke hand mij kan vernietigen.
:24:08
Ach ja, ik heb iets gehoord over die
obsessie dat u goddelijk zou zijn.
:24:13
Isis, dacht ik.
:24:17
Ik sta erop dat u
op uw woorden let. Ik ben Isis.
:24:22
Ik word door miljoenen aanbeden.
Dat is iets heel anders. . .
:24:27
dan de goddelijke oorsprong die
uw generaals schijnen te verwerven.
:24:33
Was het niet Venus
van wie u besloot af te stammen?
:24:39
Nu ga ik eens wat aandringen. U bent
moe van uw reis en trekt zich terug.
:24:45
Ik ben uw bediende niet,
Caesar. Stuur me niet weg.
:24:48
En u hebt geen legers meer. U kon
ze niet betalen dus vielen ze uiteen.
:24:53
U hebt geen rijkdommen
meer te vergeven.
:24:58
Ik spreek u over een dag of wat.
-Dan is het misschien te laat.
:25:03
Ik moet uw veiligheid waarborgen.
-En uw eigen veiligheid?
:25:09
Voorlopig ben ik overal
op voorbereid.
:25:11
Dat hoop ik van harte.
:25:14
Ik hoop dat u echt zo'n wijze,
briljante god bent als ze beweren.
:25:20
Romeinse generaals worden
wel erg snel goddelijk.
:25:23
Een paar overwinningen,
een paar bloedbaden.
:25:27
Gisteren was Pompejus nog een god.
:25:30
Ze hebben hem vermoord, nietwaar?
:25:33
Ze dachten dat dat u een plezier zou
doen. Maar dat is niet zo, hè?
:25:40
Ik herinnerde me weer hoeveel
m'n dochter van hem hield.
:25:45
Ze stierf toen ze hem een zoon
baarde. Ze gaf hem deze ring.
:25:51
Welterusten, Caesar. De komende
dagen zullen wellicht zwaar zijn.
:25:57
Goedenacht.