:34:03
En toen begon u te huilen.
:34:06
Waarom huilde u, Caesar?
:34:11
Hij declameert mooi. Is hij blind?
-Doet u hem geen pijn.
:34:15
Ik doe iemand die Catullus
zo goed declameert geen pijn.
:34:18
Catullus is tegen u. Waarom
hebt u hem niet laten doden?
:34:22
Omdat ik voor hem ben.
:34:24
"M'n wens om u te vleien is heel klein
of u nu zwart of wit blijkt te zijn. "
:34:31
Achillas is met z'n leger
op weg naar Alexandrië.
:34:34
Vanavond zijn zij twintig,
dertig maal zo sterk als u.
:34:38
Het paleis zal omsingeld worden.
-Behalve aan de kant van de zee.
:34:43
Bent u van plan uit te varen?
-Voorlopig nog niet.
:34:49
Achillas kan morgen aanvallen, de dag
erna. Wanneer het hem maar uitkomt.
:34:54
Hoogst waarschijnlijk.
:34:56
Hoe kunt u in vredesnaam denken dat
u tegen die overmacht standhoudt?
:35:03
En zeg nu niet weer: Voorlopig.
-Wij denken minstens een week.
:35:08
En misschien wel oneindig
lang. Wat denkt u?
:35:12
Voor u zonder water en voedsel zit?
Voor uw soldaten afgeslacht. . .
:35:19
of in bordelen vergiftigd zijn?
Een paar dagen.
:35:23
Op z'n hoogst.
-Ik ben geneigd u gelijk te geven.
:35:29
Ken je dit van Catullus: "Geef me
duizend en nog eens duizend kussen
:35:35
en nog eens vele erbij
tot we de tel kwijtraken
:35:39
zodat de afgunst niet zal weten
hoeveel het er zijn
:35:42
en niet zijn boze oog zal richten
:35:49
Het zou in de troonzaal vast
niet zo aangenaam geweest zijn" .
:35:55
"M'n wens om u te vleien. . . "
-Hou je mond.