:51:02
Ik weet dat ik moe ben.
Ik beloof je dat ik ga slapen.
:51:07
Ik bied u m'n verontschuldigingen aan
voor wat u bijna overkomen is.
:51:12
Caesar, kan ik u alstublieft
een moment spreken?
:51:16
Gisteren was het druk, de avond was
lang en er is van alles gebeurd.
:51:20
Wist u dat Apollodorus
Pothinus zou doden?
:51:24
Hij was zo netjes om tot na
de veroordeling te wachten.
:51:28
En m'n broer en Theodotus?
Komen die wellicht ook om?
:51:34
Waarschijnlijk. Neem me niet
kwalijk, maar ik ben echt moe.
:51:39
U hebt steeds geweten dat er
geen echt gevaar was, nietwaar?
:51:43
Dat Mithridates met
versterkingen onderweg was.
:51:46
Waarom zei u dat niet?
-U zou me niet geloofd hebben.
:51:50
Ik moet nu echt gaan.
-U vertrouwde me gewoon niet.
:51:54
Absoluut niet.
:51:56
En toch hebt u me zo--even
tot koningin verheven.
:52:01
Enig heerser over Egypte. Waarom?
-Misschien kunnen we morgen praten.
:52:07
Waarom?
-Het was het beste voor Rome.
:52:09
En voor Egypte.
-En voor Egypte. Gaat u nu weg.
:52:39
Dat zal niet nodig zijn.
:52:41
Ik hoefde mezelf niet te verraden.
Ik had Flavius kunnen roepen.
:52:46
Hoeveel van die gaten
heeft u in de muren geboord?
:52:49
Worden we nu bekeken?
:52:53
Als u Flavius tegenkomt,
stuur hem dan hierheen.
:52:57
Wilt u me nog steeds wegsturen?
-Wat wilt u van me?