Cleopatra
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:08:03
Uw koningin heeft Rome veroverd.
-Het volk dan.

:08:20
En nu moet je lopen als
een koning. Hoofd omhoog.

:08:23
Hoor ze juichen.
Ga op de troon zitten.

:08:27
Naar rechts buigen en naar links.
Een kwade blik naar een onderdaan.

:08:34
Heel goed. Ik sidder.
Zie je me sidderen?

:08:38
Als ze sidderen, mag je niet
glimlachen. Dan houden ze ermee op.

:08:43
Nu worden de gevangenen
hierheen gesleept.

:08:46
Deze hier heeft nergens macht,
dus die is onbelangrijk.

:08:49
Maar je wilt bekendstaan als een
nobele heerser. Wat zeg je dan?

:08:54
"Ik verleen u gratie. "
:08:57
Luider. Je verleent gratie,
dat moet iedereen weten.

:09:00
"Ik verleen u gratie. "
:09:05
Wie komt daar aan?
:09:08
Eens was hij je vriend, maar hij
heeft zich tegen je gekeerd.

:09:12
Hij heeft macht, rijkdom en familie.
Hij knielt voor je neer.

:09:16
Hij smeekt je om hem
weer te vertrouwen.

:09:20
Wat dan? Wat doe je dan,
kleine koning?

:09:31
Caesar moet dus wensen wat nodig is?
:09:34
De moerassen moeten drooggelegd
worden om de malaria te verdrijven.

:09:39
De Tiber moet worden gekanaliseerd.
:09:42
De haven van Ostia moet verbeterd
worden ten gerieve van m'n eerzucht.

:09:46
Moet ik om nieuwe wegen vragen
en bibliotheken voor het volk?

:09:53
Vele van die voorstellen
verdienen onze goedkeuring.

:09:59
Dus Caesar moet elke dag z'n huiswerk
aan de senaat komen voorleggen?


vorige.
volgende.