:09:00
"Ik verleen u gratie. "
:09:05
Wie komt daar aan?
:09:08
Eens was hij je vriend, maar hij
heeft zich tegen je gekeerd.
:09:12
Hij heeft macht, rijkdom en familie.
Hij knielt voor je neer.
:09:16
Hij smeekt je om hem
weer te vertrouwen.
:09:20
Wat dan? Wat doe je dan,
kleine koning?
:09:31
Caesar moet dus wensen wat nodig is?
:09:34
De moerassen moeten drooggelegd
worden om de malaria te verdrijven.
:09:39
De Tiber moet worden gekanaliseerd.
:09:42
De haven van Ostia moet verbeterd
worden ten gerieve van m'n eerzucht.
:09:46
Moet ik om nieuwe wegen vragen
en bibliotheken voor het volk?
:09:53
Vele van die voorstellen
verdienen onze goedkeuring.
:09:59
Dus Caesar moet elke dag z'n huiswerk
aan de senaat komen voorleggen?
:10:03
Dus de senaat mag zich niet bezig-
houden met het welzijn van Rome?
:10:07
Dan geldt de Romeinse wet niet meer.
-Ik moet hier de wet zijn.
:10:11
En het welzijn van Rome moet
door mijn woord bepaald worden.
:10:15
En anders ontneemt u me maar
die loze titel van dictator.
:10:20
Ik heb te lang een zwaard gedragen.
Ik kan niet toe met een lege schede.
:10:27
Caesar weet toch nog wel dat de titel
een symbolische betekenis heeft?
:10:33
Het was bedoeld om Caesar te eren
en hem te danken voor z'n triomfen.
:10:40
Ik herinner me die triomfen
nog heel goed, Brutus.
:10:44
En jij? Neem Farsalia. Toen jij
gevangen was door Antonius. . .
:10:49
en hij popelde om je hoofd van
je romp te scheiden, en terecht.
:10:54
Dankzij mij werd
je leven toen gespaard.
:10:57
Er werd niet over gedelibereerd,
ik gaf gewoon het bevel.