:18:02
Toen hadden ze me koning willen
maken, maar dat stond ik niet toe.
:18:17
Hij is over de muur gesmeten.
Het is geen prettige aanblik.
:18:21
Titus de geldschieter. Waarom is hij
bruut vermoord en hierheen gebracht?
:18:26
Het is een waarschuwing aan mijn
adres. Misschien ben ik de volgende.
:18:32
Durven ze jou te bedreigen?
:18:34
Waar was m'n zoon?
-Vlakbij. Hij is erg geschrokken.
:18:45
Lepidus, hoeveel legioenen heeft die?
-Vijftien of iets meer.
:18:49
Waar?
-In Scythiƫ.
:18:51
We gaan vanavond bij Lepidus eten.
:18:53
We zullen het over legers hebben
en over dodenlijsten.
:18:57
En als ze me morgen het zand van
Libiƫ bieden, dan neem ik het aan.
:19:42
Maar dit is de grote Caesar,
bemind door heel Rome. . .
:19:47
en een van ons.
:19:50
Hij moet sterven opdat Rome leeft.
:19:53
Als het moet gebeuren, laten we het
dan zonder schaamte en vrees doen.
:19:58
Als de hele wereld moet weten
dat Rome geen koning wil. . .