:29:50
Er is zoveel te doen geweest.
-En u hebt het heel goed gedaan.
:29:58
Is dat waar. . .
-Ja.
:30:04
In Egypte bouwen we eeuwige
monumenten voor onze dode helden.
:30:09
Jullie verbranden ze als afval.
:30:14
Ik heb het tiende legioen meegenomen.
U hebt niets te vrezen.
:30:18
Niets te vrezen? Dat is toch
geen reden om te blijven?
:30:23
Ik moet ineens de scherven van
een gebroken wereld oprapen.
:30:28
Caesar. . . En u die ineens vertrekt.
-Vindt u dat ik moet blijven?
:30:33
Vraag me niet om duidelijk te zijn
over m'n gevoelens. Ik ben moe.
:30:38
Het valt me toch al zwaar om
tegen u te zeggen wat ik bedoel.
:30:41
Maar u spreekt zo goed.
:30:44
Ik hoor dat u Caesars
testament prachtig voorlas. . .
:30:47
aan de snikkende, moorddadige,
vrije burgers van Rome.
:30:52
Waarin z'n achterneef Octavianus
als erfgenaam genoemd wordt.
:30:56
Ik ken Caesars redenen. Als het
niet Octavianus geworden was. . .