:55:03
En hoe lang blijft u dan?
-Tot we niets meer te zeggen hebben.
:55:08
Kunt u goed zwemmen? We vertrekken
namelijk bij zonsopgang.
:55:14
Dat begrijp ik niet.
-We gaan terug naar Alexandrië.
:55:20
Dus u bent voor een nacht hierheen
gekomen, om mij voor gek te zetten.
:55:25
Voelt u zich minder voor gek gezet
als u vannacht bij mij kunt blijven?
:55:32
Zoals ik als eens gezegd heb, kom ik
bij u niet goed uit m'n woorden.
:55:38
Er is zoveel dat ik niet kan zeggen.
-Dan weet ik dus ook niets.
:55:42
U zegt ook heel veel niet.
-Dat geldt vast voor iedereen.
:55:47
Blijf nog even. Ik ken u
al zo lang, maar ook zo slecht.
:55:53
Gun me nog wat tijd.
-Noch ik. . .
:55:55
noch Egypte en Rome samen, zelfs niet
de goden kunnen tijd toebedelen.
:56:02
Gebruik wat u hebt.
:56:05
Verspil het niet door
hier voor god te spelen. . .
:56:09
terwijl Octavianus
in Rome echt een god wordt.