1:00:02
'Jij bent geen Caesar. Wist je dat?'
1:00:06
'Wees dapperder dan de
dapperste, maar nog geen Caesar.'
1:00:11
'Caesar deed alles eerder en beter.
Hij heerste beter, beminde beter.'
1:00:15
'Hoe je ook rent, je komt er
niet uit. Er is geen uitweg.'
1:00:18
'Caesar zal jou en het hele
universum overschaduwen.'
1:00:27
'Kom naar Alexandrië wanneer
u maar wilt', zei u in Rome.
1:00:32
'Nu, vanavond,' zei ik.
1:00:35
Om te buigen voor uw troon, om
te praten over een nieuw verdrag.
1:00:41
Om te praten over z'n zoon, over
die droom die u nog steeds vervult.
1:00:45
Alexanders plan voor een wereld
die door jullie bestuurd zou worden.
1:00:50
En waar is Marcus Antonius?
1:00:54
De grote, goddelijke Antonius?
1:00:58
Hier.
1:01:00
Die is hier.
1:01:03
Eén pas achter Caesar.
1:01:05
Aan de rechterkant van Caesar,
in de schaduw van Caesar.
1:01:11
Vertel me eens hoevelen u
sinds hem bemind hebben.
1:01:14
Eén? Tien? Niemand?
1:01:17
Hebben ze u met zijn lippen gekust?
Roept u zijn naam in het donker?
1:01:21
En kwam hij achteraf met verwijten
en hebt u om vergiffenis gesmeekt?
1:01:26
Dus u komt hier beschonken
en vol zelfmedelijden heen. . .
1:01:30
om Caesar te overwinnen.
1:01:32
U vult al zo lang m'n leven. . .
1:01:37
als een groots gebulder
dat ik overal in m'n hart hoor.
1:01:42
Ik wil van u af zijn,
ik wil niet naar u verlangen.
1:01:46
Ik wil niet bang meer zijn.
1:01:49
Maar dat stond Caesar niet toe.