:13:02
Is dat dan zoveel meer waard?
:13:05
Ik zal niet toestaan dat de liefde
m'n meester is, noch Octavianus.
:13:14
Wees nooit bang.
-Wat een zelfvertrouwen.
:13:18
En heeft Octavianus een meester?
:13:21
Hij wil als keizer en god
over ons rijk heersen.
:13:24
Om te beginnen het Romeinse Rijk.
En wat staat hem in de weg?
:13:30
Jij en ik.
-En m'n zoon.
:13:33
De rechtmatige erfgenaam van
de troon en de glorie van Caesar.
:13:37
Octavianus heeft zich daar
al meester van gemaakt.
:13:40
En nu zal hij de liefde die Rome
voor jou koestert vernietigen.
:13:45
Je huwelijk met z'n zuster
heeft mij tot je hoer gemaakt.
:13:51
Nooit bang zijn voor Octavianus?
:13:54
Ik denk dat hij nu degene is
die niet bang moet zijn.
:14:04
Noem een stad en ik zal hem innemen.
:14:06
Ik achterhaal zonder moeite
de zwakke plekken in een leger.
:14:10
Maar als ik over ditjes en
datjes moet zitten praten. . .
:14:13
met knikjes en hoofdschudden,
dan raak ik de kluts kwijt.
:14:19
Ik wilde het goed doen. . .
:14:22
maar ik heb het er heel
slecht van afgebracht.
:14:30
Er is nog tijd.
:14:33
Als iemand me zou vragen
wat ik wil, is het dit:
:14:36
Met jou een vredig en
liefdevol leven leiden.
:14:39
Zijn er voorwaarden aan
de algehele overgave verbonden?
:14:44
Ten eerste moet je volgens de
Egyptische riten met me trouwen.
:14:50
Dat is geen voorwaarde
maar een beloning.
:14:53
En dan roep je Caesarion uit
tot koning van Egypte.
:14:58
En wij zullen samen
in zijn naam regeren.