:40:00
Van mij hebben ze
stenen en hout losgepeuterd.
:40:03
Voor niks, dacht ik.
Maar als jij hun aannemer bent,
:40:08
zeg dan maar dat ze naar een ander gaat.
Ik wil cash zien. Begrepen?
:40:13
Zeker. Hé, jij daar.
:40:20
Kun je een goede kracht gebruiken?
Twee dagen per week.
:40:24
- Voor wat?
- Grondverzet. Daarmee.
:40:27
- Heb je ervaring?
- Met alle soorten machines.
:40:31
- Wat doe je de rest van de week?
- Dan bouw ik een kapel.
:40:41
Ik betaal je het normale loon
dat er voor elke klus staat.
:40:45
Donderdag om 7 uur. Als je me
belazert, lig je er om 7.15 uur uit.
:40:56
Momentje.
:41:03
- Tot ziens, Schmidt.
- Instappen.
:41:05
- We gaan naar de bushalte.
- Geen flauwekul.
:41:09
Anders denkt hij dat we bonje hebben.
:41:13
Bonje, ja.
Dat wil je niet hebben met je aannemer.
:41:30
We kunnen het aan.
:41:33
Zo'n klus heeft drie elementen.
Ten eerste moet je een plan hebben.
:41:39
Ten tweede: Arbeidskrachten.
Ten derde: Bouwmaterialen.
:41:45
We hebben wel
veertig keer zoveel stenen nodig.
:41:51
Kunt u daaraan komen?