Murder at the Gallop
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:39:05
Ho, jongen. Rustig aan, rustig.
:39:10
Er komt een auto aan.
Hij wordt onrustig.

:39:13
Hij haat ze.
Ik heb er ook een hekeI aan.

:39:23
M'n voet.
:39:24
Rosamund, dat was Hector.
WiI je hem dood hebben?

:39:28
Ik raakte hem niet eens.
- Je reed expres bijna tegen hem aan.

:39:32
Wat is er met je?
- Rij eens wat langzamer.

:39:44
Zo, is dat beter?
:39:46
Wat is er aan de hand?
:39:48
Hoezo?
- Dat weet je best.

:39:50
Oké, ik heb tegen die agent gelogen
over die ochtend. Nou en?

:39:55
Wat was je weI aan't doen?
- Ik had iets te doen in de stad.

:39:59
O ja? Ik hoop dat je
afscheid van haar hebt genomen.

:40:03
Ik weet niet waar je het over hebt.
- O nee?

:40:06
Ik weet het altijd als je liegt.
- Ik lieg niet.

:40:10
Natuurlijk lieg je. Net zoals je
gelogen hebt over waar je was...

:40:14
toen je onze oom bezocht,
op de dag dat hij doodging.

:40:18
Hoe weet jij dat?
- Ik weet alles van jou.

:40:22
Ik hou er niet van als ik
in de gaten gehouden word.

:40:25
Ik meen het. Ga niet te ver.
:40:27
Ik wiI het weten.
:40:30
Dacht je dat je fatale charme
hem guller zou maken?

:40:34
Zoiets, ja.
:40:36
En was dat zo?
- Nee.

:40:38
Is dat alles?
- Natuurlijk is dat alles.

:40:41
Waarom heb je't dan niet gezegd?
- Mensen konden denken...

:40:45
Ze konden denken
dat tante Cora gelijk had.

:40:49
Ja, dat konden ze inderdaad denken.

vorige.
volgende.