:24:39
Gaat het wel?
- Waarom zou hij dat gedaan hebben?
:24:43
Ik weet het niet.
Het leek of het opzettelijk was.
:24:47
U bloedt. Daar zullen we wat
aan doen.
:25:03
Wat is er gebeurd?
:25:05
Een meeuw heeft haar gepikt.
:25:11
Laten we naar het restaurant gaan.
:25:16
Een tetanusinjectie of zo.
- Ik ben in mei ingeënt.
:25:47
Wat is er gebeurd?
- Ze heeft een wond aan haar hoofd.
:25:51
Het is niet ernstig.
:25:54
Haal eens wat watten en jodium
of iets dergelijks.
:25:58
Is het buiten gebeurd?
- Nee, in een boot.