:35:03
Waarom deed hij dat?
- Hij keek naar honkbal op de tv.
:35:07
Z'n vrouw zette het andere net op.
:35:11
Komt u morgen op m'n feestje?
- Ik denk het niet.
:35:14
Ik moet terug naar de stad.
:35:18
Vindt u ons niet aardig?
- Natuurlijk wel.
:35:21
Bevalt het u niet in Bodega Bay?
:35:24
Mitch wel. Hij komt ieder weekend...
:35:28
...al heeft hij een eigen flat.
:35:30
Hij vindt San Francisco
een mierenhoop.
:35:33
Het kan er erg druk zijn.
:35:37
Als u wel komt, moet u niet zeggen
dat ik het verklapt heb.
:35:41
Het moet een verrassing zijn.
Het is helemaal georganiseerd.
:35:46
Ik ga naar Michelle.
:35:48
Haar moeder krijgt hoofdpijn
en brengt me thuis.
:35:52
En als ik dan thuiskom,
zijn alle kinderen er.
:35:57
Wilt u alstublieft komen?
:36:03
Ik denk het niet.
:36:08
Het is een aardig meisje, hè.
:36:11
En ze is knap.
Hoe lang ken je haar al?
:36:15
We hebben elkaar gisteren ontmoet.
- In een vogelwinkel.
:36:20
Verkocht ze vogels?
:36:22
Nee. Ik deed alsof ik dacht dat ze...
Het is erg ingewikkeld.
:36:26
Maar ze heeft die vogels gekocht
en is ze komen brengen.
:36:29
Moeder, waar heb je rechten
gestudeerd?
:36:35
Ik ben gewoon een beetje nieuwsgierig
naar zo'n meisje.
:36:40
Ze is rijk, hè.
:36:42
Haar vader is eigenaar van een krant.
:36:45
Hij kan haar niet uit de krant
houden.
:36:48
Je komt haar naam steeds tegen.
:36:52
Zij was het toch die van de zomer in
Rome in een fontein sprong?
:36:58
Ik zal wel ouderwets zijn.
Ik weet dat het warm was...