:49:00
De rest is in New York.
In een postbus die op mijn naam staat.
:49:05
Ga het maar halen. Hier is de sleutel.
- Dank je. En het reçu graag.
:49:14
Dit reçu en het pakje zijn in feite
een bekentenis.
:49:18
En hoe zit het met Mr. Taylor ?
:49:21
Die bestaat niet.
M'n moeder kende een Mrs. Taylor.
:49:25
Het was gewoon een naam die je inviel.
:49:29
Ik wilde van m'n nicht Jessie af zijn.
:49:32
Ik was bang dat ze een deel van
het verzekeringsgeld wilde hebben.
:49:38
Wat voor geld ?
- Van Mrs. Taylor. Ze is overleden.
:49:42
Wat zielig. En nu werk je met je
ondeugende nichtje Jessie.
:49:47
Niemand werkt met mij. Jij doet of ik
het in koelen bloede heb voorbereid.
:49:53
Is dat dan niet zo ?
- Nee.
:49:56
U komt niet uit Los Angeles.
Je klinkt als een zuiderling.
:50:01
Kom je hier vandaan ?
:50:03
Je bent een leugenaarster.
- Ik kan het niet helpen.
:50:08
Dat blijkt wel.
- Dat bedoel ik niet.
:50:10
Ik kom niet uit Californië,
maar uit Virginia.
:50:14
M'n vader verdween al gauw.
Tot m'n zevende woonde ik Richmond.
:50:20
Toen zijn we naar Californië verhuisd.
Daar kon m'n moeder werk krijgen.
:50:26
Na de dood van m'n moeder
heeft Mrs. Taylor me verzorgd.
:50:31
Schiet op. We gaan.
:50:35
Hoe heb je me gevonden ?
- Ik stel de vragen.
:50:39
En de cijfercombinatie ?
- Ik heb Susans sleutel gepikt.
:50:44
Juist. En begin nou eens bij het begin.
:50:50
Wat ik al zei. Ik ben geboren in
Richmond. We waren straatarm.