:28:06
Wat heeft u een mooi huis, mevrouw.
:28:09
Mooie woonkamer. Keuken.
:28:15
Achterhuis.
:28:18
Slaapkamer.
-Jullie slapen in de schuur.
:28:22
Bedankt, mevrouw.
We zijn u eeuwig dankbaar.
:28:29
Wat heb ik vandaag genoten.
:29:15
Doe je altijd zo met je mond
voordat je gaat slapen?
:29:18
Hoe kom jij hier? Eruit.
-Waarom?
:29:22
Papa schiet je dood als hij je ziet.
-Die ligt in coma.
:29:28
Kom, laten we spelen.
-Je bent de ergste...
:29:37
Ik heb me blijkbaar vergist.
:29:44
Waar ga je heen?
-Terug naar de schuur.
:29:48
Het paard snurkt, maar het gaat wel.
-Ga nou niet weg.
:29:55
Ik moet met je praten, Clay.
:29:59
Goed dan.