:24:05
Blijkbaar is vandaag niet mijn dag.
:24:08
Ik doe je een plezier.
:24:13
Elke keer als een man je afwijst,
beweert hij je een plezier te doen.
:24:19
Misschien doe je dat ook wel, Frank.
:24:44
- Bent u hier de baas ?
- Henry Mendez.
:24:47
Mijn man en ik moeten dringend
naar Bisbee. We willen vanavond weg.
:24:51
- We rijden niet meer.
- Dat weet ik.
:24:53
- Ik wil wel een rijtuig huren.
- Dat hebben we niet.
:24:56
- We hebben jullie dan wel ?
- Helemaal niets.
:24:58
We hebben een postkoets.
:25:02
- Wie gaat 'm rijden ?
- Dat zou ik kunnen doen.
:25:05
Hij is niet ervaren genoeg.
We kunnen 't niet toestaan.
:25:08
Ik ben bereid hem te laten rijden.
:25:11
- U kunt ons aanklagen als er iets gebeurt.
- En als ik de koets koop ?
:25:15
- Ik kan 'm niet zomaar verkopen.
- Als ik meer dan onze tickets betaal ?
:25:21
U heeft een koetsier en paarden nodig.
:25:24
Vier of zes paarden.
:25:25
En de aflosstations zijn er niet meer.
:25:27
Dezelfde paarden moeten
't hele eind lopen.
:25:30
Wie betaalt er als ze 't niet halen ?
:25:31
Ik koop de paarden.
Dus dan is er geen probleem, of wel ?
:25:36
- U wilt er wel erg graag heen.
- Regel het maar.
:25:40
We gaan naar het hotel om te eten.
:25:42
Dat geeft u de gelegenheid
om alles te regelen.
:25:46
- Ik weet 't niet.
- U verdient een maandsalaris in drie dagen.
:25:49
U regelt 't wel.