:41:03
...en als je wilt slapen...
:41:05
...leg je de telefoon maar
in de la van de kast.
:41:09
-Hoe krijg ik de sleutel?
-Ik bel de conciërge.
:41:39
Hubbell!
:41:48
Ik wist niet wanneer je
zou komen. Hoe gaat 't?
:41:52
Ik kom zo terug.
Mag ik de sleutel....
:41:55
Dat gaat niet. Ik heb biefstuk
en zure room en bieslook...
:41:59
...en sla en verse pastei.
:42:01
Ik had vlees willen braden...
:42:03
...maar ik wist niet of je dat lustte.
En ik had toch geen tijd...
:42:07
...dus heb ik
biefstuk gekocht met m'n bonnen.
:42:09
Je hebt vast honger, omdat je
geen tijd hebt gehad om te eten.
:42:13
Je kunt nu niet weggaan.
Je moet gewoon blijven eten.
:42:23
Wat voor pastei?
:42:27
Dat is je held, hè?
:42:29
Wie?
:42:37
Hij heeft
niets gedaan voor Spanje.
:42:39
-Het congres hield zich....
-Jij verdedigt alles en iedereen.
:42:44
Maar niet de geallieerden
die op hun achterste zitten....
:42:47
Waarom zeg je niet 'op hun gat'?
:42:52
-Dat kan ik niet.
-Waarom niet?
:42:54
Wat gebeurt er dan?
:42:55
Ik weet het niet. Niets.
:42:58
-Wat een onderwerp voor....
-Het is interessant.