:42:01
Ik had vlees willen braden...
:42:03
...maar ik wist niet of je dat lustte.
En ik had toch geen tijd...
:42:07
...dus heb ik
biefstuk gekocht met m'n bonnen.
:42:09
Je hebt vast honger, omdat je
geen tijd hebt gehad om te eten.
:42:13
Je kunt nu niet weggaan.
Je moet gewoon blijven eten.
:42:23
Wat voor pastei?
:42:27
Dat is je held, hè?
:42:29
Wie?
:42:37
Hij heeft
niets gedaan voor Spanje.
:42:39
-Het congres hield zich....
-Jij verdedigt alles en iedereen.
:42:44
Maar niet de geallieerden
die op hun achterste zitten....
:42:47
Waarom zeg je niet 'op hun gat'?
:42:52
-Dat kan ik niet.
-Waarom niet?
:42:54
Wat gebeurt er dan?
:42:55
Ik weet het niet. Niets.
:42:58
-Wat een onderwerp voor....
-Het is interessant.
:43:00
Je hebt 't liever over politiek.
:43:03
Over de tegenstellingen,
moeten we meevechten of niet?
:43:07
Stalin is voor Hitler.
Stalin is tegen Hitler.
:43:10
Politieke leugens,
maar jij houdt vol.
:43:13
Ik weet niet hoe je dat doet.
:43:14
Ik weet niet hoe jij zonder kan.
:43:18
Je bent jaloers.
:43:19
-Wat?
-Je bent jaloers.
:43:23
Waarom ben je jaloers?
:43:26
Ik blijf leven.
:43:28
Misschien langer.
:43:31
Maar je gaat niet meer schrijven.
:43:53
Je moet een van de twee
verkochte exemplaren hebben.
:43:56
-Heb je 't kunnen uitlezen?
-Ja zeker.
:43:59
Twee keer.